Vijf jaar TrendRedes
Om te beginnen heeft het te maken met de notie dat dit jaar de vijfde TrendRede wordt uitgesproken, én gepubliceerd. De TrendRede is zoals bekend een cadeautje van een stel 'trendwatchers' aan het Nederlandse volk. Eén keer per jaar komen ze samen en laten in hun TrendRede als het ware weten hoe zij tegen onze huidige samenleving en tijd aankijken. Welke ontwikkelingen zien zij en hoe zouden die 'trends' zich kunnen doorzetten. Het gaat in de TrendRede niet om de nieuwste snufjes, gadgets, kleuren en vormen. Waardoor commerciële bedrijven beter in staat zijn producten en diensten te maken die nauw aansluiten bij wat 'het volk wil'. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling van de TrendRedenaren. Te meer daar zij, als vaklui, weten dat het gros van de 'nieuwe dingen en spullen' als het ware aan 'het volk' wordt opgedrongen. Steve Jobs heeft nooit gevraagd of wij iPads wilden. Nee, hij wist als eigenwijs ondernemer dat een goed product of dienst meestal vanzelf een publiek vindt. Met een beetje reclame, al dan niet via mond-op-mond, framing en spinning.
Tijd voor een nieuwe lente
In het voorjaar van 2010 bedachten we als jaarthema voor de bibliotheken in Noord Oost Brabant Tijd voor een nieuwe lente. Toen we op zoek gingen naar relevante sprekers voor het seizoen 2010-2011 kwamen we (natuurlijk!) uit bij Tom Kniesmeijer. Die in 2009 een boek had geschreven over dat 'lentegevoel'. In zijn De seizoenen van de tijdgeest : herkenbare patronen in heden, verleden en toekomst van Nederland maakt hij aannemelijk dat de tijdgeest doorlopend verandert en iets weg heeft van een seizoen. En om de zeven jaar (gemiddeld) kantelt de tijdgeest. Na de lente komen zomer, herfst en winter. In 2009 zaten we volgens Kniesmeijer in 'de winter', een periode vol stilstand, omzien in wrok, weinig optimisme, enzovoorts. Maar, gaf hij hoopvol aan, de lente zat er aan te komen. En hij zag in dat boek in 2009 al de signalen opkomen; de krokusjes. Helaas, viel dat tegen. Hij had het gelijk niet aan zijn zijde. In 2010 begonnen we in het Westen steeds nadrukkelijker de gevolgen te voelen van - wat achteraf gezien - de grootste crisis na de grote depressie uit de jaren dertig is geworden.
Kniesmeijer sprak in het najaar van 2010 de eerste lezing van een reeks in het kader van Tijd voor een nieuwe lente uit. Een mooi verhaal, waarin hij niets (!) vertelde over wat hij toen aan het voorbereiden was. In november presenteerde hij immers samen met negen andere trendwatchers de eerste TrendRede. Niet op de tweede dinsdag van september, maar in november. In die eerste TrendRede borduurde hij voort op zijn inzicht dat de tijdgeest in golven komt en gaat.
Thema's die er toe doen
Sinds die tijd volgen we als (programmerende) bibliothecarissen de TrendRede. Het is een inspirerend 'verhaal' dat we kunnen spiegelen aan jaarthema's die we in onze regio bedenken. Jaarthema's waar we een seizoen lang activiteiten om heen kunnen organiseren. Jaarthema's waardoor we bezoekers en leden van de bibliotheek attent kunnen (blijven) maken op ontwikkelingen in onze samenleving. Thema's waarover naar onze mening burgers zich zouden moeten willen informeren om daarover een standpunt te kunnen (ja, zelfs moeten) innemen.
Oefenen voor een andere tijd
In het voorjaar van 2013 besloten we Oefenen voor een andere tijd uit te roepen tot het jaarthema voor het komend seizoen. Al vrij snel besloten we dit thema met een seizoen te verlengen, tot de zomer van 2015. Waarom? Omdat dit thema in onze ogen precies aangeeft wat er op dit moment in Nederland en veel andere westerse landen gebeurt. Overal zijn mensen aan het oefenen. Voor een andere tijd. In hun eigen omgeving: gezin, buurt, werk, regio. Waarom? Omdat zij weten dat we midden in een fase terecht zijn gekomen waarin 'de oude modellen' niet meer werken. Er moet iets anders opkomen of ontstaan. En aangezien de tijd dat 'de veranderingen' van bovenaf kwamen en over ons werden uitgestort, voorbij is, beginnen mensen zelf met alternatieven. Niet in de hoop om 'de wereld' of iets anders groots te redden. Nee, gewoon: ik doe wat ik kan veranderen in mijn nabije omgeving. In de tweede TrendRede werd dat 'de 'Burger van Stavast' genoemd.
Enter Wim van de Donk
Dus lag er in het voorjaar van 2014 het idee om 'iets' te doen met de aankomende (vijfde) TrendRede. Een jubileum, nietwaar. Zo kwam het idee op om Tom Kniesmeijer een lezing te laten houden over deze vijfde TrendRede en er dezelfde avond iemand anders op te laten reageren. Maar wie? Toevallig had de Commissaris van de Koning in Noord Brabant enkele oude boeken uit de jaren vijftig gelezen en besloten om daar iets mee te gaan doen. Deze Wim van de Donk ontdekte op zeker moment dat een van zijn voorgangers in de de vroege jaren vijftig drie boeken had laten schrijven over de toekomst van Noord Brabant. Hoe moesten kort na de oorlog en midden in de opbouwjaren de mensen in Noord Brabant in de iets verdere toekomst hun geld verdienen? In drie boeken (uitgegeven onder de titel Het nieuwe Brabant) spraken uiteenlopende mensen zich uit over mogelijke kansen en ontwikkelingen. Van de Donk besloot een tegenhanger te (laten) maken. Dit fraai uitgegeven boek (Het nieuwste Brabant) verscheen in het voorjaar van 2014.
Bob Hutten
Om het debat te stimuleren werden vier bijeenkomsten in Brabant belegd. De eerste vond plaats in de Groenen Engel in Oss, met als thema 'het nieuwste ondernemen'. Gastheer was Volkskrant-journalist Jan Tromp. Hij sprak met drie gasten. Een van hen was de Veghelse odnernemer Bob Hutten. Van Hutten Catering. Hij viel aan deze tafel op. Hoe? Door de manier waarop hij sprak (krachtig, zonder meel in de mond), zijn verhaal en de manier waarop hij (waarschijnlijk onbedoeld) liet zien hoe je in de 21e eeuw allianties met andere mensen en partijen moet sluiten. Jezelf niet verschuilen achter formele 'toestanden'. Nee gewoon open en eerlijk zeggen wat je wilt, en uitstralen dat je iets voor elkaar wilt/kunt krijgen. Opvallend was dat hij over medewerkers als samenwerkers sprak. "Zonder mijn samenwerkers ben ik niets!"
Dus na afloop op hem afgestapt. Ik zoek iemand die ergens in september wil reageren op iemand die u waarschijnlijk niet kent, maar het - vermoed ik - over dingen heeft die u gewoon in de praktijk aan het brengen bent. "Stuur maar een mailtje!" De dag erna verstuurd en binnen vijf uur reactie: "Ik kom!"
Jan Rotmans over kantelen
In januari 2014 kwamen we via via in contact met iemand van de gemeente Uden, die wist dat wij er als bibliotheek niet in geslaagd waren om hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans voor een lezing te strikken. In het kader van het thema Oefenen voor een andere tijd. Tijdens een kennismakingsbijeenkomst wisten we binnen twee minuten dat we samen een hernieuwde poging zouden doen om hem alsnog over te halen om af te reizen naar de regio Noord Oost Brabant. Dat is zoals wellicht bekend gelukt. Op dinsdag 25 februari 2014 sprak hij voor een overvolle zaal Markant in Uden over de ontwikkelingen die hij op ons allen ziet afkomen. Kern van zijn verhaal: we zitten in een tussenfase. De oude, afgesleten modellen zijn nog alom aanwezig, maar overal gist en gonst het van de alternatieven. En over enige tijd zullen die oude vormen afsterven, omvallen, vervagen en steeds meer plaats maken voor een ander model.
Kantelaars
Op allerlei terreinen van het menselijk doen en laten. Jan Rotmans bezigt vaak het woord 'kantelen' en 'kantelaars'. Achteraf zien we deze zeer geslaagde avond als 'ons' eerste kantelcollege. Een bijeenkomst waarop een persoon zich uitspreekt over aspecten van onze kantelende ('oefende') samenleving. Eén ding weten we zeker: de good old days (van de jaren negentig en het begin van de 21e eeuw) komen niet meer terug. En alhoewel er nog steeds veel beleidsmakers, politici en leidinggevende personen zijn die denken dat het binnenkort weer 'gewoon' als vroeger doorgaat, menen wij (samen met een Jan Rotmans, Tom Kniesmeijer of Bob Hutten) te weten dat er inderdaad iets anders aan het ontstaan is. In dit rijtje past natuurlijk ook de jonge historicus Rutger Bregman, van wie medio september 2014 het boek Gratis geld voor iedereen : en nog vijf grote ideeën die de wereld kunnen veranderen verschijnt. Hij spreekt trouwens op maandag 27 oktober in de Lievekamp in Oss over dit boek en 'zijn' ideeën voor de toekomst. Alhoewel hij zal ontkennen een kantelaar te zijn (want feitelijk doet hij niets), draagt hij door zijn artikelen en boeken 'slechts' bij aan de gedachte- en meningsvorming van velen. Die daarmee - wellicht - in hun eigen omgeving 'iets' gaan doen.
Op weg naar de TrendRede 2015
Via de website van 'de' TrendRede kun je doorklikken naar het blog. Daar staan bijdragen van afzonderlijke 'leden'. Waarin zij zich over aspecten van die aankomende TrendRede uitspreken. Hieronder enkele (iets langere) citaten uit deze bijdragen.
Het eerste citaat
Feest omdat aanstaande 9 september de TrendRede voor de vijfde keer wordt voorgelezen, feest omdat wat de TrendRedenaren in het begin al schetsten steeds manifester wordt, feest omdat we het keerpunt rond het dal steeds verder achter ons laten en feest vanwege de huidige toekomsttijd van ondertussenheid: een kansen walhalla voor elk van ons.
De eerste TrendRede zag het licht in zeer donkere tijden. Hij ving aan met wat zwaardere berichten over wat er zoal ontbrak in Nederland en welke kloof er tussen burger, politiek en maatschappij bestond; met name een kloof tussen de hoopvolle en wanhopigen. Daarna werd de hoop gevoed door de signalering van het groeiend aantal verbonden individuen, in een ontluikende interdependente economie, waarin controle van het proces plaatsmaakt voor aandacht voor het proces en het kleine het van het grote gaat winnen. Waarbij de veranderingen van onderop komen, vanuit de kracht van mensen zelf.
Het mooie is, en daarom nog een reden tot feest, dat deze richtingaanwijzing van de toekomst geen loze woorden zijn maar steeds meer mainstream worden in het huidige tijdsbeeld. Want er blijken inderdaad steeds meer, zoals geschetst, mensen te zijn die zelf het heft in handen nemen en zich, tegen de systemen in, onderling verbinden en daarmee oude systemen op losse schroeven zetten.
Het donkere van de winterdagen, waarin we ons een half decennium geleden nog bevonden, is inmiddels daadwerkelijk het vorige seizoen geworden. We bevinden ons vol in de lente, zoals Tom Kniesmeijer, de initiatiefnemer van de TrendRede, dergelijke periodes noemt in zijn boek ‘Seizoenen van de Tijdgeest’. zelfs in deze stemming de TrendRede aan te vangen.
TrendRede 2015: Tijd van ondertussenheid
Het feest zetten we dan nog even door, want de huidige tijd biedt ons veel mogelijkheden. Die tijd die we in de komende TrendRede benoemen als de tijd van de ondertussenheid: het kansenwalhalla voor elk van ons. Waarbij de bouwstenen bestaan uit samenhang, dwarsverbanden, zelforganisatie, deling, cirkels, complexiteit, afhankelijkheid en meekracht.
Caroline Beekhoff op 17 juni 2014
Het tweede citaat
In het kader van de Trendrede 2014 een kritische noot. Ik zie ontwikkelingen, waarbij wij als publiek nu al bijna aan de zijlijn staan en dus onze overheid niet kunnen aanzetten tot een herordening van de publieke ruimte in de toekomst. Zorgelijk is het, dat deze onmacht de gevestigde (bestuurlijke) orde eigenlijk wel goed uitkomt, want een echte democratie is ons land allang niet meer. Onze regenten blijven proberen alle innovaties en maatschappelijke ontwikkelingen in de oude vakjes te stoppen, zodat de verandering onder controle blijft.
Mensen zeggen vaak: ik heb niets te verbergen. Dat zal wel, maar dat is een kortzichtige gedachte. Een ‘like’ op Facebook bij de Amsterdamse Gay Parade is kiezen voor de zekerheid om over 3 jaar uit de rij te worden gepikt voor een echt niet vriendelijk verlopend oponthoud bij aankomst op Poetin’s luchthaven in Moskou. En over Facebook, de virtuele-ruimte-koning, gesproken: Facebook heeft toegegeven te experimenteren met de beïnvloeding van de stemming van haar gebruikers, door de berichten stroom te manipuleren. Dat neigt naar Huxley’s Brave New World, maar nog veel slimmer en onzichtbaar. Toen ik Huxley’s boek voor het eerst las vond ik het al ‘creepy’. Maar de ‘creeps’ zijn inmiddels allang onder ons en nemen het publieke domein van het volk over. Dat is voor mij een verontrustende gedachte, want juist in Society30 hoort het publieke domein te zijn wat het zegt dat het is: van het publiek!
Ronald van den Hoff – 3 juli 2014
Een derde bijdrage
In de Holistic age zal het algemeen belang prevaleren boven het individueel belang. De huidige recessie-periode sinds 2008 die ik zelf liever meer actiegericht aanduid als een ‘Transitie-Economie’ (tot 2020+) zal achteraf de eerste aanzet blijken te zijn van de overgang van een Groei-economie naar een Balans-economie (Balanced Economy). Kenmerk van de Groei-economie waren ‘open systemen’ die primair financieel gericht waren.
In de aanstaande Balans-economie zal sprake zijn van grotere ‘gesloten systemen’ waarbij bijvoorbeeld ook rekening gehouden wordt met de verbruikte grondstoffen en het welzijn van medewerkers en klanten. Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zijn impliciet aan een Balans-economie. Er zullen eco-systemen ontstaan die niet primair financieel groeien maar waarbij de continuïteit toch gewaarborgd zal zijn.
Richard Lamb – 9 juli 2014
Citaat vier
Soms echter, kom je tot een constatering die wat minder leuk is. In toenemende mate zit er in ons cijfermateriaal een tendens van maatschappelijke scheiding der geesten. Van Nederlandse burgers die zich een beetje afkeren van de rest van de maatschappij. Die in tegenstelling tot de wens van de overheid nu juist niet participeren in de samenleving, maar ascetisch op zichzelf wensen te zijn. Voor een belangrijk deel wordt dit maatschappelijk ascetisme door deze Nederlanders gerechtvaardigd met mokkende argumenten. De overheid is niet meer betrouwbaar, we moeten als burgers steeds meer zelf opknappen, voor alles is een nieuw en verhoogd eigen risico, U herkent ongetwijfeld het soort argument en wellicht daarmee ook het soort mens.
Ik maak me hier wel echte zorgen over: in de meest recente meting van ons onderzoek zagen we dat het aantal Nederlanders dat zich vaak eenzaam voelt, in drie jaar tijd ruim verdubbeld is. Anno nu voelt 14 % van de Nederlanders zich vaak eenzaam. En het opvallende hiervan is niet alleen die verdubbeling, maar vooral (tenminste, dat vind ik) dat het zich veel sterker voordoet bij onze jongste categorie Nederlanders, mensen tussen de 16 en 24 jaar. Van deze ondervraagden zegt namelijk 25 % zich vaak eenzaam te voelen.
Zij zien de toekomst als een dreigend beeld op zich afkomen, waar ze niets aan kunnen doen of veranderen. Ze doen werk dat hen niet bevalt maar zijn ondanks continue zoekpatronen niet in staat om daar iets aan te doen. Ze hebben veel minder vrienden dan anderen. Ze gooien zich met verve op het internet om daar juist te proberen nieuwe vrienden te maken. En zij ervaren dat dit hen niet helpt. Zij vinden dat ze vroeger veel gelukkiger waren. Ze voelen zich onveilig op straat. Ze voelen zich bedreigd door de onstuitbare opkomst van de technologie. Ze houden niet van verrassingen. Terwijl juist de technologie hen daarbij helpt. Ze maken veel meer gebruik van internet. Ook voor het doen van consumptieve aankopen. Kopen via internet vinden ze prettiger dan kopen in een stenen winkel. Ik maak me hier dus wel zorgen over: het is een symptoom
Goos Eilander – 15 juli 2014
Numero vijf
Toch wil ik kanttekeningen plaatsen. DOEN is prachtig maar als de doeners te weinig reflecteren op eigen handelen, geeft DOEN vooral een vrolijk gevoel en dat is het dan. Het idee dat we door gewoon te DOEN de oude 20ste-eeuwse machten, mastodonten & structuren bijna vanzelf doen verdwijnen, is naïef en een beetje dom.
Carl Rohde – 3 augustus 2014
Nog een citaat
Wij, onderzoekers van de tijdgeest, zijn dol op chronologie; daarom doen we onderzoek naar waar we vandaan komen, waar we zijn en waar we naartoe gaan. Maar tegelijkertijd weten we dat dit een naïeve manier van kijken is. Tijd is relatief. En dat weet u ook. Denk maar aan de curve van adoptiesnelheid van Everett Rogers. De laggards brengen hun ansichtkaarten nog naar de brievenbus, terwijl de innovators net de mapcode hebben uitgevonden. U kent het ook van de wet van de remmende voorsprong van Jan Romein. U bent blij met een nieuwe digitale spiegelreflexcamera die nu ook kan filmen, terwijl uw kinderen de filmpjes op hun smartphone met een druk op de knop bloggen, skypen, twitteren, appen.
De zomer van 2014 is de zomer waarin de relativiteitstheorie wel heel duidelijk wordt bewezen.
De toekomst voorspellen is zinloos, want die verloopt niet volgens rechte lijnen, zelfs niet volgens kromme. Je kunt beter zeggen dat we voortdurend sprongen in de tijd maken, vooruit en achteruit. En dat het afhangt van je positie in de ruimte en je snelheid van bewegen die bepalen in welk tijdsbestek je leeft. Wat ook zinloos is: geloven in de vooruitgang. Zo kunnen wij denken dat het democratische systeem het beste is dat er is omdat het is uitgevonden na het theocratische of het plutocratische. Maar daar kun je, als je leeft in een ander tijdsbestek, heel anders over denken. Kortom, vooruitgang is relatief.
De zomer van 2014 maakt duidelijk dat we op zoek zijn naar nieuwe meetinstrumenten. De oude tijdmeters, die van chronologie en van vooruitgang, werken niet meer. De tijd is niet lineair maar relatief. Misschien is het goed om te beginnen met verduidelijken welke tijdzones er op dit moment precies zijn. Zo meet de late majority succes af aan economische groei of een positief bruto nationaal product en de early majority aan de mate waarin we erin slagen om informatie met elkaar te delen. De innovator vindt wellicht dat succes helemaal geen maatstaf voor leven en werken is.
Vooruit of achteruit innoveren
Wat is nu de moraal van dit verhaal? Trendonderzoek is niet alleen tijdsbepaling maar ook plaatsbepaling. () Tijd is relatief, je kunt zowel vooruit als achteruit innoveren. Het is afhankelijk van je adoptiesnelheid of je een innovator of een laggard bent.
Hilde Roothart – 12 augustus 2014
De laatste bijdrage
Er verandert veel en tegelijkertijd zo weinig. Economen blijven geobsedeerd door het eenzijdige begrip economische groei. Geloof is voor velen naast persoonlijk houvast nog altijd een bron voor wereldwijde onrust. De Russen lijken weer de vijand en de mens ziet afkomst, voorkeur en geografische grenzen als dé aanleiding om elkaar het leven onnodig zuur te maken. Traditionele media blijven uitblinken in de sturing van het collectieve bewustzijn en openen allemaal met hetzelfde nieuws. ‘Goedenavond beste mensen, dit is het journaal van acht uur en dit is wat wij willen wat u denkt’. Schijnbare prijsreducties blijven de beste stimulans om onnodig overdadig aankoopgedrag te activeren. Native advertising, nieuwe technologie en big data zijn nodig om de klant voor je te winnen. Niets nieuws, nog altijd oude wijn in nieuwe zakken. De hand op de knip is in deze maatschappij, waarin de meest stabiele relatie die van schuldenaar en schuldeiser is, ongewenst. 2015 en verder: de uitdagingen worden er niet minder om de oplossingen uiteindelijk wel mooier. Wanneer zien we dat als samenleving in?
()We leven in een wereld gedomineerd door een beperkte en geconcentreerde macht die geen belang heeft bij de introductie van nieuwe systemen. De taaiheid van deze oude machtsstructuren is groter dan verwacht en de middelen om vernieuwing te dwarsbomen gevarieerder dan ooit. Belijden we met woorden een nieuwe gewenste wereld, onze acties en afrekenmechanismen kennen hun oorsprong nog altijd vanuit aangeleerd gedrag. De zo noodzakelijk empathie, ontdekkingsgeest en verbindingsmentaliteit wordt nog vaak teniet gedaan door kille en eenzijdige sturing op cijfers. Logisch want zo worden we opgeleid en hier voelen we ons comfortabel mee. Al staat het in schril contrast met hoe we ter wereld komen.
() Het perspectief lonkt. De enige competentie die we nodig hebben is om over de schijnbaar heersende chaos te zien en de zienswijze te gebruiken als brandstof voor verandering. Geduld is bitter maar haar vruchten zijn zoet (Aristoteles). De voorbeelden van hoe het niet moet worden inmiddels overtroffen door de initiatieven van hoe het wel kan. Het ergste wat onze generatie kan overkomen is dat we in de ogen van onze kinderen kijken en moeten toegeven dat we wel wisten wat we konden doen maar dat lef en daadkracht schijnbaar ontbraken.
“I never see what has been done, I only see what remains to be done” (Marie Curie)
Tony Bosma – 27 augustus 2014