woensdag 23 april 2014

De mens wordt volwassen door grote dingen

Pieter Lemmens
Op woensdag 16 april 2014 sprak Pieter Lemmens in de bibliotheek Veghel over 'de kantelende consumens'. Dat was althans de titel waaronder we deze lezing hadden aangekondigd. De zaal was goed gevuld; waarschijnlijk ook door het interview dat die ochtend in het Brabants Dagblad had gestaan: Moeilijke boodschap in Veghel. Inderdaad een moeilijke boodschap. Maar Pieter Lemmens, als techniekfilosoof verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, maakte in het begin van zijn lezing meteen duidelijk dat hij het niet eens was met de manier waarop hij in dat artikel als pessimist en doemdenker was neergezet. In het publiek zaten echter enkele bezoekers die moeite hadden om boodschapper en boodschap uit elkaar te houden. Lemmens haalde in zijn lezing onderzoekers aan die zwarte tot gitzwarte ideeën hebben over de toekomst van de aarde en vooral de mens. Namen die hij naar voren haalde om aan te geven dat er zeer uiteenlopend gedacht wordt over de mogelijkheden van de mens om alle problemen waar 'de mens voor staat' te kunnen oplossen.

"Ik ben geen doemdenker"
Met deze zin opende hij zijn verhaal. Als reactie op het interview in het Brabants Dagblad. Hij gaf wel meteen aan dat de "homo consumens" plaats moet maken voor de "homo sapiens globalus". Een mens die begrijpt dat we deel uitmaken van een groter geheel en dat we in die zin ook meer moeten gaan denken en handelen. Anno 2014 zitten we als mensheid midden in één grote crisis, die ons (voor de eerste keer) dwingt "de aarde als planeet te leren bewonen". We moeten afstand nemen van een levensstijl waarin we grondstoffen en energie gebruiken zonder ons te bekommeren om afval en het opraken van de voorraad. Onze ecologische voetafdruk is veel te groot. De huidige crisis is niet slechts economisch, maar ook sociaal, politiek, spiritueel. Ze is kortom meerdimensionaal. En systemisch ("ons systeem is op"). Globaal, planetair. En antropologisch: het raakt ons als mens. Het woord crisis - gaf hij aan - komt van het Griekse krinomai, wat zoiets betekent als: een 'moment van de waarheid', waarop een beslissing moet worden genomen die van grote invloed is op de toekomst.Hij bezigde de frase Oefenen voor een andere tijd niet, maar het had gekund.

Peter Sloterdijk
Lemmens haalde deze avond enkele keren deze Duitse filosoof aan. In dit verband vooral van belang door zijn boek Je moet je leven veranderen uit 2009. Een niet mis te verstane titel.
Het valt niet te ontkennen: het enige feit van universele ethische betekenis in de actuele wereld is het diffuus alomtegenwoordig groeiende inzicht dat het zo niet meer verder kan gaan. (pagina 458)
Peter Sloterdijk staat op het standpunt dat alleen een grote dreiging, catastrofe de mensheid wakker kan schudden. Lemmens noemde enkele criteria waaraan zo'n grote crisis volgens Sloterdijk moet voldoen:
* zo'n  crisis ("onze") heeft veel overeenkomsten met wat we vroeger "god" noemden (met plagen, profeten)
* het is iets groots (waartegen mensen opzien)
* is iets wat niemand onverschillig kan laten
* this is real. Ons ruimteschip (aarde) heeft geen nooduitgang
* onze tijd beweegt van monotheïsme naar monogeïsme (er is maar één aarde)
* geeft als het ware een opdracht voor de toekomst: zorg voor het geheel
* we gaan naar globaal co-immunisme
* het is Achsenzeit (van Karl Jaspers): een tijd van grote veranderingen. Het is een kantelperiode vergelijkbaar met de tijd waarin Boeddha of Jezus opkwam
* we gaan de aarde niet langer alleen zien als een plek waar je grondstoffen uithaalde; maar als een plek waarop we recyclen en werken volgens het cradle to cradle principe
* het is een tijd om volwassen te worden; verantwoordelijkheid te nemen voor onze woonplaats.

Hans Jonas
Vervolgens ging Lemmens in op de Duitse filosoof Hans Jonas en zijn boek "Das Prinzip Verantwortung".
Volgens Jonas dwingt onze technologische kracht en macht ons tot verantwoordelijk handelen. Van ethisch antropocentrisme (waarbij de mens centraal staat) naar ethisch geo- of ecocentrisme (waarbij de aarde centraal staat). De mens is in zijn visie een gevaar geworden voor de natuur en de toekomstige generaties. Hij poneert als richtsnoer voor een toekomstig ethos: het vooruitgedachte gevaar zelf ("heuristiek van de vrees"). Jonas komt volgens Lemmens met een nieuwe kategorische imperatief; dat wil zeggen dat die altijd en voor iedereen, universeel geldt. Die imperatief luidt: Handel zo, dat de gevolgen van je handelen te verenigen zijn met het permanente voortbestaan van menselijk handelen op aarde.

Een reeks namen
Daarna haalde Pieter Lemmens verschillende mensen aan die zich de afgelopen jaren over aspecten van onze crisis hebben uitgelaten. Bekende maar vooral veel volstrekt onbekende namen. Veel Amerikanen.
Volgens filosoof Slavoj Zizek leven we in een eindtijd. De Franse filosoof Bernard Stiegler stelt zich op het standpunt dat we een apocalyps zonder God meemaken. We weten dat we zo niet langer door kunnen gaan, maar we weten tegelijk niet hoe we een uitweg kunnen vinden.
Vervolgens kwam Lemmens met the great collission van James Gustav Speth. Een begrip dat deze jurist gebruikt om aan te geven dat we als mensheid onvermijdelijk op een botsing aankoersen. Dit heeft vooral te maken met het fenomeen van de exponentiële groei. Sinds het midden van de 18e eeuw. Stipte James Hansen en zijn Storms of my grandchildren aan. Ook Lester Brown met zijn World on the edge: how to prevent environmental and economic collapse en zijn ideeën voor een Plan B 4.0

Ook kwamen mensen voorbij die Lemmens als anarcho-primitivisten karakteriseerde. John Zerzan, Paul Shepard, (Unabomber) Ted Kaczynsky, Kirkpatrick Sale. Die radicaal anti-technologie zijn; anti-industrie en anti-arbeidsdeling. Moderne Luddieten: techniek en technologie moet vernietigd worden.

Aan de andere kant zijn er ook veel denkers die menen dat de techniek alle problemen waar we als mensheid voor staan zullen oplossen. Denk aan Peter Diamandis (boek: Abundance/Overlvloed) (stond centraal in een Tegenlicht uitzending). Ray Kurzweil, Nick Bostrom, Eric Drexler, Mark Alan Walker. In de visie van deze heren zal in de toekomst onze wereld een high-tech paradijs worden met als belangrijkste kenmerk een overvloed aan ... energie, levensjaren, vrije tijd enzovoorts. Bij hen gaat het nadrukkelijk ook over human enhancement, sleutelen aan de mens om hem of haar beter te maken. Uiteraard had Lemmens het ook over de singulariteit, het moment in de nabije toekomst (rond 2045 volgens Ray Kurzweil) dat 'de mens' versmelt met 'de computer' waardoor we feitelijk eeuwig ("in de cloud") kunnen doorleven .

Rumoer vanuit de zaal
Nadat Pieter Lemmens enkele van bovengenoemde namen had gepresenteerd kwamen er negatieve opmerkingen vanuit de zaal. "Wat een onzin!" of "Ik weet dat het anders in elkaar zit!". Terechte kritiek, want de namen die Lemmens naar voren haalde zijn weliswaar allemaal wetenschappers, maar over hun stellingen wordt nog steeds een debat gevoerd. Niemand weet hoe de toekomst er uit ziet; we kunnen daarover alleen speculeren. Wel op basis van veel meetgegevens. Er kunnen trends worden doorgetrokken. En sommige extrapolaties leiden tot rampzalige uitkomsten.

Lemmens gaf als reactie op opmerkingen uit de zaal aan dat hij 'slechts' weergaf hoe er over een en ander gedacht wordt. En dat hij het niet altijd eens hoefde te zijn met de gepresenteerde namen en visies. Anderzijds zou het ook dom zijn die signalen te negeren. Het waren meer dan zomaar meningen.

John Michael Greer
Nog enkele namen
Na dit intermezzo ging hij verder en kwamen er nog enkele namen voorbij. Nog alarmerender. Richard Heinberg met The end of growth : adapting to our new economic reality over het einde van een tijdperk waarin fossiele brandstoffen in overvloed aanwezig waren. James Howard Kunstler en zijn The long emergency ("Too much magic - adios globalism, welcolme localism") .
John Michael Greer en Not the future we ordered. We zitten in een tijd waarin de mythe van de vooruitgang afloopt. We zitten vooraan in een tijdperk waarin we 'de kunst van het doen met minder en van doen zonder" onder de knie zullen leren krijgen. We gaan van een tijdperk waarin het individu centraal staat naar eentje waarin het weer - als lang geleden - om de gemeenschap zal draaien.
De voorlaatste naam was Dmitry Orlov met zijn zes stadia van de ineenstorting van 'ons' systeem: financieel, commercieel, politiek, sociaal, cultureel en uiteindelijk biologisch

Hoongelach
De extreemste naam had Pieter Lemmens voor het laatst bewaard: Guy McPherson. Die in zijn onlangs verschenen Going dark aangeeft dat de mensheid over zeventien (17!) jaar zal zijn uitgestorven. Klik hier voor een Youtube-film (ruim een uur: Earth Extinction 2030).

Pauze, effe bijkomen
Toen kon het publiek even bijkomen. Van alle namen. Rampspoed. Nadenken over te stellen vragen.

Sloterdijk opnieuw
Na de pauze besloot Pieter Lemmens een deel van zijn lezing aan te passen; een stuk over te slaan. Hij ging nogmaals in op ideeën van Peter Sloterdijk. Die de aarde inmiddels als een ruimteschip ziet en in navolging van de Nederlandse Nobelprijswinnaar Paul Crutzen weet dat we in het tijdperk van het Antropoceen leven. Sinds de Industriële Revolutie heeft de mens het vorige tijdperk - het Holoceen - verlaten en is door zijn manier van doen en handelen én impact op de aarde in het Antropoceen beland. Het idee van ruimteschip aarde heeft Sloterdijk overgenomen van de Amerikaanse kunstenaar en denker Buckminster Fuller. We moeten de aarde in diens visie zien als één gigantisch technologisch voertuig. En zijn - in die zin doordenkend - allemaal astronauten geworden. En de aarde is ons life system. Valt dat syteem uit (of om) dan is het met ons - de astronauten - gedaan. De opgave voor de mensheid is volgens Sloterdijk om de al maar doorgaande expansie van de mens tegen te houden. We moeten onze levens (gaan) veranderen. Iedereen. Derhalve heeft hij in het Duits over Du en in het Nederlands over Je. Du mußt dein Leben ändern/Je moet je leven veranderen.

Bernard Stiegler
Optimistisch ondanks alles
Peter Sloterdijk is in wezen een optimistisch mens. Weet dat de mens tot veel in staat is. Zich de laatste tienduizend jaar steeds aan veranderende omstandigheden heeft aangepast. Hij noemt dat oefenen. Als de nood aan de man komt dan kan er veel veranderen, gebeuren. Peter Sloterdijk houdt nadrukkelijk rekening met de noodzaak om zaken in te zetten als klimaatdesign, eco-engineering en atmosfeer-management. Maar dat kan alleen als we de 'gebruiksaanwijzing' van ruimteschip aarde onder de knie krijgen. Zo ver zijn we nog (lang?) niet. Maar de noodzaak om die wel te vinden wordt alleen maar groter en urgenter. We moeten in zijn woorden "autodidactici" worden. We moeten het zelf leren. Niemand anders komt het ons vertellen. Of aanreiken. We moeten leren "op leven of dood". Lukt het niet dan is het einde oefening voor de mens. Op de "oude" aarde ging het alleen over de geosfeer en de biosfeer. Op de "nieuwe" aarde gaat het ook om de technosfeer en de noösfeer (= denken). We weten op dit moment niet wat op deze aarde allemaal mogelijk is. Wetenschap en technologie zullen nog veel opleveren. Denkt Sloterdijk. Hij is zoals gezegd een optimist.

Hybris, overmoed, megalomaan?
Lemmens sloot in de geest van Peter Sloterdijk af met een typisch kenmerk van 'de mens'. Indien we als soort voor problemen worden gesteld die té groot voor ons zijn, dan komen we er meestal toch over heen. Vinden we een oplossing en kunnen we weer verder. Sloterdijk staat op het standpunt dat de mens eigenlijk behoefte heeft aan iets groots. Té groot of wat onmogelijk lijkt om op te lossen. Dan groeit de mens. Wordt volwassen.

Na afloop
Tijdens de lezing kwam op zeker moment de naam van een Nederlands geoloog op. Die Pieter Lemmens niet noemde. Dus na afloop, tijdens het afscheid nemen, die naam laten vallen: Peter Westbroek. Had Lemmens nog nooit van gehoord. Zijn excuus was dat hij zelden Nederlandse boeken las én ook amper tv keek. Waardoor hij in 2012 De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet had gemist. Noch de tv-uitzending had gezien met Wim Brands.
Pieter Lemmens hoorde het aan en bleek de dag er na via internet al op zoek gegaan naar deze onbekende man. In een mailtje gaf hij aan:
Dank voor de referentie naar het boek van Westbroek en de boekenlijst. Ik keek gisteren bij thuiskomst meteen even naar een stuk v/e interview met Westbroek door Wim Brands (ik kijk nooit TV dus dit soort dingen gaan aan mij voorbij). Heel mooi! En wat een aimabele man is die Westbroek. Ik ga het boek absoluut lezen. Ik lees eigenlijk vrijwel nooit meer Nederlandse boeken omdat ik erg georiënteerd ben op Amerikaanse (en in mindere mate ook Duitse en Franse) auteurs. Dat is laakbaar, ik weet het, maar zo gaan die dingen. Ik heb zelf een paar jaar geleden een stuk geschreven over de spanning tussen de Gaia gedachte en de Spaceship earth gedachte, verschenen in deze bundel.
Echt een heel mooi boek over de ontdekking van de aarde en de beroemde foto van Bill Anders is: Robert Poole. Earthrise : how man first saw the Earth
Wat techniekfilosofie en onze veranderende wereld betreft zou ik je ook dit boek willen aanraden, mijn vertaling van Philosopher par accident van de Franse filosoof Bernard Stiegler, met een uitgebreid voorwoord van mijn hand. Per toeval filosoferen. Misschien iets voor de bibliotheek ;-)
Tot slot: Barack Obama
Die woensdagavond kwam de naam van de Amerikaanse president niet op. Had best gekund, want de constatering van Peter Sloterdijk én Pieter Lemmens dat de mens groot wordt als grote 'dingen' op zijn of haar pad komen werd jaren geleden mooi onder woorden gebracht door Barack Obama. Tijdens de toespraak die hij hield toen hij voor de eerste keer de eed als president aflegde. Op dinsdag 20 januari 2009 sprak hij de volgende woorden uit:
Our challenges may be new. The instruments with which we meet them may be new. But those values upon which our success depends — hard work and honesty, courage and fair play, tolerance and curiosity, loyalty and patriotism — these things are old. These things are true. They have been the quiet force of progress throughout our history. What is demanded then is a return to these truths. What is required of us now is a new era of responsibility — a recognition, on the part of every American, that we have duties to ourselves, our nation, and the world, duties that we do not grudgingly accept but rather seize gladly, firm in the knowledge that there is nothing so satisfying to the spirit, so defining of our character, than giving our all to a difficult task. This is the price and the promise of citizenship.
De mens wordt volwassen door grote dingen.

(woensdag 23 april 2014)
Hans van Duijnhoven

dinsdag 8 april 2014

Oefenen voor een andere tijd en het e-book “drama”

Onderstaand artikel werd eerst geplaatst als reactie op een artikel over het uitlenen van e-books door bibliotheken. Maar los van die discussie - hoe bibliotheken 'hun' e-books zouden moeten (of kunnen) uitlenen - is het een verhaal dat op een bepaalde manier een illustratie van hoe omgegaan wordt met zaken die in onze samenleving aan het kantelen zijn.

Oefenen voor een andere tijd en het e-book “drama”
Afgelopen zaterdag (29 maart 2014) waren alle (recent gekozen) raadsleden van de gemeente Uden bijeen in een locatie gelegen nabij de ‘Bedafse bergen’. Twee dagen lang samen om te praten over de rol van ‘de raad’ in de komende jaren. Een belangrijke reden voor deze samenkomst was dat men in Uden weet dat de samenleving zoals dat wel genoemd wordt aan het ‘kantelen’ is. Er komt een nieuw model bovendrijven. Oude vormen sterven af en al doende zullen nieuwe ontstaan. Dat gaat niet vanzelf en vergt – vooral – van belangrijke organen zoals ‘de politiek’ of ‘bazen’ van bedrijven, instellingen en organisaties een andere houding.
Die zaterdag mochten vijf personen van buiten de gemeente Uden de verzamelde gemeenteraadsleden toespreken en (kort) met hen in debat gaan. Ik had een ‘vrije’ rol, zat er niet om te praten over het belang van de bieb in deze transitiefase. Nee, ik zat daar – denk ik – omdat ik in de aanloop naar deze bijeenkomst vaak had gesproken met de organiserende raadsgriffier. Die gezien had hoe ik op mijn manier binnen onze regio Noord Oost Brabant omga met die kantelende tijdgeest. Ik kom er later in dit (lange stuk) op terug.

Mensen te voeden met de dilemma's waar we voor staan
Anyway. Mijn betoog had als titel “Mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan”. Een quote van een econoom, die ik onlangs in Oss een verhaal had laten houden over zijn door té velen gemiste boek “Ons land kan menselijker : naar een economie die de samenleving verbetert”. Deze Henk van Tuinen wéét dat de mens geen homo economicus is én doorlopend massaal gemanipuleerd wordt. Eenzijdig komt er dagelijks een ontzagwekkende hoeveelheid reclame, pr, marketing, spin en frame op ons af. Bedoeld om ons dit of dat te laten doen.
In zijn boek houdt hij een pleidooi voor een tegenkracht. Bedoeld om mensen onzeker te maken. Ze meerzijdig te manipuleren. Dus niet alleen reclames voor het drinken van water uit een (duur) flesje, maar evenveel reclame van waterleidingbedrijven die gewoon (goedkoop) kraanwater leven. Waarom? Onze maatschappij trekt ons massaal consumeren niet meer, heeft veel bijeffecten (obesitas, verslaving) en zal of we het nu leuk of niet vinden een andere weg in moeten slaan. Om dit te kunnen financieren bepleit hij een zogenaamd ‘Ontplooiingsfonds’. Waaruit individuen, bedrijven, instellingen en organisaties die die tegengeluiden willen produceren geld kunnen krijgen. Een fonds dat onafhankelijk komt te staan van de politiek. Een fonds waarin miljarden euro’s gestort zouden moeten worden. Ook een fonds waarop openbare bibliotheken (als het komt, wat ik niet denk) voor incidentele projecten een beroep zouden kunnen doen. Tijdens zijn lezing bezigde hij de zin “mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan”. Een prachtige zin én een motto voor de OB-sector. Alhoewel, vanuit de retailgedachte kan dit natuurlijk niet, want dan reik je je publiek alleen dat aan wat ze willen hebben. In die optiek zijn onze gebruikers autonome wezens die weten wat ze willen.


Vier dilemma's

Politici, dus ook gemeenteraadsleden in Uden, hebben als hoofdtaak een keuze te maken uit de dilemma’s waar we voor staan. Tijdens mijn verhaal stipte ik vier dilemma’s aan en eindigde met een schema om duidelijk te maken waarom onze tijd (de 21e eeuw) afwijkt van de vorige eeuw. En hoe je je in dat verband zou kunnen of moeten (?) opstellen. De dilemma’s waren eenzaamheid (is groot, niemand wil het vergroten maar door veel overheidsingrijpen wordt het alleen meer), betaald werk (staat sterk onder druk; zal blijven dalen ondanks een aantrekkende economie; blijven we baanlozen zien als ‘daders’ of eerder als ‘slachtoffers’ en entameren we experimenten met een basisinkomen en een herverdeling van betaald werk), meten = weten (?) (té veel vakmensen worden horendol van georganiseerd wantrouwen; té veel formulieren, enquêtes, plannen maken) en democratie (veel cynische burgers, lage opkomst; ga binnen de wet experimenteren met alternatieven om burgers te betrekken bij issues die gaan spelen).

Een schema
Maar in dit artikel gaat het vooral over het schema dat ik aan het eind liet zien. Het is geenszins een uniek schema. Is uiteraard schematisch. Is niet de werkelijkheid, maar laat wel zien welke verschuivingen gaande zijn. Is in mijn ogen wel de wereld waarin ook een openbare bibliotheek zich beweegt en een rol moet spelen. In mijn perceptie zijn té veel individuen, bedrijven, instellingen en organisaties met 20e eeuwse methodieken bezig de problemen (of genuanceerder: uitdagingen) van de 21e eeuw op te lossen. En in sommige gevallen leidt dit tot vervelende 19e eeuwse wantoestanden. Met de beste bedoelingen wordt vaak het tegendeel bereikt van wat men in (mooie) beleidsplannen neerlegt. Voorbeeld: iemand die werkeloos wordt (een grote ramp in een leven) wordt afgescheept met een website van de UWV waar je zelf een baan mag zien te vinden. Een luisterend, meedenkend oor is ver te zoeken en de belangrijkste reactie van het UWV is of je wel je wekelijkse – vaak zinloze – sollicitatiebrief hebt verstuurd. En na x jaar mag je naar de bijstand en werk voor de samenleving gaan verrichten dat niet aansluit bij je passie, kennis en vaardigheden.

20e eeuw <-> 21e eeuw
Top-down <-> Bottom-up
Centraal <-> Decentraal
Verticaal <-> Horizontaal
Structuren <-> Mensen
Waarde ontlenen <-> Waarde creëren
Lineair <-> Cyclisch
Hoogopgeleid <-> Breed opgeleid
Cynisch, ironisch <-> Open, hoopvol
Exploitatie <-> Co-operatie
Hiërarchie <-> Netwerken
Controle <-> Ruimte
Zekerheid <-> Onzekerheid
Regisseren <-> Faciliteren

Niet langer regisseren, maar faciliteren
Ik eindigde natuurlijk met faciliteren. Politici dienen zich te realiseren dat er op dit moment overal in de samenleving nieuwe initiatieven worden opgestart. Van onderaf. Lokaal, regionaal. Kleinschalig. Unieke projecten en dat ‘de politiek’ zich dienend dient op te stellen. Veel 20e eeuws gedachtegoed achter zich dient te laten. Maar meewerken om alle plannen en ideeën tot wasdom te brengen. Hoe? Door zich co-operatief op te stellen, belemmeringen weg te nemen, vertrouwen te hebben in de mensen die ‘aan het oefenen zijn’. En zich doorlopend realiseren dat een belangrijk kenmerk van onze (transitie)maatschappij onzekerheid is. Het zal niet meteen perfect zijn. Er zullen verschillen ontstaan tussen deze of gene regio.

Het grappige van deze bijeenkomst was dat de andere vier uitgenodigde sprekers op hun manier net iets anders hetzelfde betoogden. In Uden gaat men de komende jaar zoals we dat in onze regio noemen “Oefenen voor een andere tijd’.

De link met het e-book-“drama”
Een belangrijke reden voor dit drama is dat op zeker moment besloten is centraal voor het hele land alles te gaan regelen. Onderhandelingen met uitgevers, maken van een website, een app, een pr-campagne, helpdesk enzovoorts. Zich niet realiserend dat het overgrote deel van alle bibliotheekleden georiënteerd zijn op de eigen lokale/regionale bibliotheek. Leden gaan naar de lokale fysieke én virtuele bibliotheek. Veel leden hebben de afgelopen jaren geleerd hoe om te gaan met de webcatalogus, reserveren, kaartjes kopen voor een activiteit enzovoorts. Ook weten enkele leden dat er zoiets bestaat als ibl, een landelijke catalogus, digitale content e.d. Maar – nogmaals – het gros van de leden weet dat niet; heeft er ook geen behoefte aan en zal daar in voorkomende gevallen door lokale biebmensen op geattendeerd worden.
Het e-book drama is in mijn optiek ontstaan doordat op landelijk niveau besloten is een extra portal voor het afhandelen van e-books in de lucht te brengen. Terwijl men ook had kunnen kiezen voor een andere oplossing. Koop centraal content in en laat die ‘inlopen’ in de lokale/regionale webcatalogus. Dan kunnen leden gewoon in hun eigen catalogus e-books uitkiezen en downloaden. Hetzelfde geldt voor alle andere landelijke content: ibl-boeken, de krantenbank, urls van jeugdbieb e.d. En presenteer deze landelijke content als optie in de lokale/regionale catalogus. Het gros van de leden wil als ze ‘de catalogus’ gebruiken alleen weten of een bepaalde titel ‘gewoon’ beschikbaar is in de eigen bibliotheek of vestiging. Het zal hem of haar letterlijk worst wezen dat er ook veel titels zijn die ergens anders in Nederland geleend kunnen worden of dat in De Volkskrant een artikel over dit of dat heeft gestaan.

Het land van de WAAS
Dit e-book verhaal kan ook doorgetrokken worden naar (het land van) de WAAS. Een goede bibliotheekwebsite bestaat uit drie dingen: de catalogus inclusief inloggen, reserveren, kaartjes kopen e.d. Ten tweede een overzicht van alle activiteiten en als laatste – en steeds belangrijker- bezoekers attent maken op ‘andere dingen’. Denk in dit verband aan de al gebezigde zin “Mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan”. Een goede bibliotheekwebsite bevat een goede mix van dit alles. Onderdeel een en twee hebben een grote relatie met je ‘eigen’ bibliotheeksysteem. Dus bouw je website daarom heen.

Lokale en regionale bibliotheken hebben geen zin noch expertise in huis om landelijke content in te kopen. Dat moet landelijk geregeld worden. Maar het land zou beter af kunnen zien van het in de lucht brengen en/of houden van landelijke portals waarop die content wordt neergezet. Het gros van onze (lokaal betalende) leden wil op haar lokale bibliotheekwebsite alles aantreffen wat lokaal, regionaal én landelijk leverbaar is. En die ontzagwekkende hoeveelheid aanbod dient in 'partjes' onder de aandacht gebracht te worden. In Nederland zijn feitelijk slechts twee leveranciers. Start met Infor en HKA gesprekken op om dit te regelen en zie af van alle andere experimenten. Die waarschijnlijk handenvol geld kosten en voor gebruikers van de bibliotheken vaak ruis opleveren.

Tot slot nog iets over e-books
In 2012 publiceerde de Amerikaan Seth Godin (een marketingdeskundige) een online manifesto over het onderwijs in de 21 eeuw. Stop stealing dreams (what are schools for?) Te downloaden als pdf. In 123 korte paragrafen houdt hij een ferm pleidooi voor een andere soort onderwijs. Dat onze kinderen klaarstoomt voor de 21 eeuw en niet langer voor de vorige. Zoals – in zijn visie – nog steeds aan de gang is. In dat pamflet heeft hij het ook over het belang van lezen. En in het langste hoofdstuk over de toekomst van de bibliotheek. Daarin doet hij de volgende – voor sommigen verrassende - uitspraak: Librarians who are arguing and lobbying for clever e-book lending solutions are completely missing the point. They are defending the library-as-warehouse concept, as opposed to fighting for the future, which is librarian as producer, concierge, connector, teacher, and impresario.


Hier in een nutshell waar bibliothecarissen zich niet zo druk over zouden moeten maken, maar wat ze wél moeten doen. Een verbinder worden.

Seth Godin publiceert dagelijks een kort miniblog. Gisteren (31 maart 2014) ging zijn bijdrage ook over de rol van de bibliotheek, alhoewel hij ons dit keer niet noemt. The cure or the story?

The plumber, the roofer and the electrician sell us a cure. They come to our house, fix the problem, and leave.
The consultant, the doctor (often) and the politician sell us the narrative. They don't always change things, but they give us a story, a way to think about what's happening. Often, that story helps us fix our problems on our own.
The best parents, of course, are in the story business. Teachers and bosses, too.

Verhalen vertellen, voeden met dilemma's, mensen verleiden
Verhalen vertellen. Mensen voeden met de dilemma’s waar we voor staan. Bezoekers verleiden kennis te nemen van ‘dingen’ die ze nog niet kennen.
Er zijn talloze manieren om te formuleren waar een bibliothecaris mee bezig zou moeten zijn. Maar in bijna alle gevallen doet hij (en veel vaker zij) dat in een specifieke, unieke omgeving. In zijn of haar werkgebied. Dat afwijkt van andere gebieden. En omdat hij of zij uniek is zal er ook een ander verhaal verteld worden. Een ander accent gelegd. En daarom no copy paste. Dat is lastig voor 20e eeuwse, centralistisch denkende mensen. Toch lijkt dit ons voorland. Of we het nu leuk vinden of niet. Er zullen de komende jaren door die hierboven geschetste trends verschillen gaan ontstaan tussen bibliotheken. Landelijk opererende instanties (binnen en buiten de bibliotheeksector) zullen zich dat dienen te realiseren en naar bevinden handelen.

Klik hier voor de gebruikte presentatie (Slideshare)

(woensdag 2 april/dinsdag 8 april 2014)
Hans van Duijnhoven